Regels

Mijn vader woont even in een revalidatiecentrum. Hij heeft in het ziekenhuis gelegen na een ongeluk, moest daarna revalideren en is daarom opgenomen. Normaliter al geen leuk idee, maar in coronatijd helemaal niet aangenaam omdat dit revalidatiecentrum gecombineerd is met een verpleegtehuis. Op het effect daarvan hoef ik uiteraard niet verder in te gaan – het is nog een geluk dat hij pas opgenomen is toen de totale lock-down al over was.

In het begin mocht alleen mijn moeder op bezoek: 1x in de week een uurtje, met mondkapje op zijn kamer, screening bij binnenkomst en strikte begeleiding buiten zijn kamer. Inmiddels mogen vanaf 22 juni twee verschillende personen twee keer in de week op bezoek, is het mogelijk om hem mee naar buiten te nemen en zolang te blijven als je wilt. Dit is een hele verbetering die in een uitgebreide brief aan mijn moeder werd meegedeeld.

Afgelopen zaterdag ging ik mee met mijn moeder. Bij de ingang uiteraard desinfecteren, temperatuur opnemen en screeningsvragenlijst checken. We gaven gelijk aan dat we misschien ook wel even naar buiten wilden en dat deden we ook: er is een park vlakbij en hij komt nu niet buiten, dus is voor hem ook wel eens lekker.

Het ging echter regenen en daarom moesten we na drie kwartier terug om niet doorweekt te raken. We wilden hem, na uiteraard de standaard desinfectie bij de ingang, zelf weer terug op zijn kamer brengen. Dit mocht van de begeleider “voor deze ene keer” en pas als zij andere mensen naar de lift had geholpen. Terwijl we stonden te wachten, vroeg ik aan de receptioniste waar de opmerking “voor deze ene keer” vandaan kwam: in de brief stond immers dat we ook naar buiten mochten?

“Ja”, zei ze. “Er is wat verwarring over wat mag. In de brief staat ‘bezoek op de kamer of wandelen’. Het is ons niet duidelijk of dit betekent dat dit allebei mag of één van de twee. Hier moeten we nog een precieze uitleg over krijgen”.

Het is dus echt zo dat hier bij begeleiders discussie over is.

Deze hele coronaperiode heeft mij één ding vooral duidelijk gemaakt: we zijn een volkje geworden dat bang is om fouten te maken. Daarom houden we ons vast aan regels, want die geven ons tenminste houvast en voorkomen dat we verantwoordelijkheid moeten nemen voor onze eigen acties.

Bureaucratie om te zorgen voor afstand van het effect van ons handelen, vraag de belastingdienst maar. WO-II all over again.

Privé? Wat privé?

Ik had de indruk dat ik het bij ons thuis wel voldoende gehad had over smartphones, websites, “gratis” en andere zaken gerelateerd aan de privacy discussies die ontstaan zijn na de Snowden publicaties. Als IT-er had ik altijd al zo mijn bezwaren tegen de bewaarplicht voor internetproviders en de alsmaar groter wordende databases van de overheid. Ik was iedere keer weer een soort blij als bleek dat het combineren van data toch nog niet zo makkelijk was, zoals bij het drama rondom de broertjes Ruben en Julian, begin verleden jaar. Een menselijk drama natuurlijk, maar het duurde (vanuit privacy oogpunt) gelukkig wel dagen voordat een beetje duidelijk werd hoe de vader de laatste uren had doorgebracht, simpelweg omdat hij zijn GSM had afgezet en andere, relatief makkelijke, maatregelen had getroffen om tracking te voorkomen.

Het feit dat dat laatste ook gaat veranderen, is nu ook bij ons thuis doorgedrongen. De industrie brengt Google en consorten ook naar onze TV’s, thermostaten en auto’s. Zover niets nieuws. Maar dat er ook nadelen aan al dat gemak kunnen zitten, werd bij een deel van ons gezin pas dit weekend duidelijk naar aanleiding van een opiniestuk in de krant. Dat dit niet meer is dan het voortzetten van een trend die al jaren bezig is, werd blijkbaar toen pas duidelijk.

Na een korte evaluatie is de standaard Facebook app inmiddels van alle mobiele apparaten verwijderd vanwege de rechten die deze denkt nodig te hebben. Over andere applicaties, met name die met locatie tracking, zijn de meningen nog verdeeld. Vooralsnog is besloten om de locatie service maar zoveel mogelijk uit te laten.

Ik ben allang blij dat er nu wordt nagedacht voor er apps worden geïnstalleerd.

Schizofreen

Het is grappig hoe geschreven stukken tot verschillende interpretaties leiden. Neem nu bijvoorbeeld het stuk dat Femke Halsema schreef naar aanleiding van de film “The wolf of Wall Street”. Het stuk riep hele verschillende reacties op, zoals “De wolf die in Femke Halsema huist” dat vervolgens weer een andere reactie opriep: “Waarom wij nooit iets leren“. Vooral ook de reacties onder de artikelen, zoals opmerkingen van mensen die direct of indirect aangeven geen hebzucht te kennen of die vinden dat graaien wordt goedgepraat, zijn leuk om te lezen. Alleen al de emoties waarmee dit gepaard gaat, zegt al iets.

The Wolf of Wall Street - bron: imdb.com

The Wolf of Wall Street – bron: imdb.com

En dat “iets” is het volgende: wij mensen zijn op eigenbelang gericht én we zijn ook op het algemeen belang gericht. We zijn dus allen gespleten persoonlijkheden. Afhankelijk van de normen die we onszelf, eventueel via de groep waarin we ons bevinden, opleggen is het éne of andere op een bepaald moment belangrijker. Dit betekent ook dat we in de ene context of op het ene tijdstip ons op de ene manier kunnen gedragen en in een andere context totaal anders. Ieder kent wel het verhaal van Hitlers hond Blondi. Dit betekent niet dat we onze “duistere kanten” altijd aangenaam vinden: als iemand schrijft dat hij/zij geen hebzucht kent, dan is dat natuurlijk niet waar. Als echt onbekend fenomeen had de opmerking moeten zijn: “Wat is dat: ‘hebzucht’?” In dit geval bedoelt de schrijver dat hij/zij ervoor zorgt dat het eigenbelang over het algemeen een geringe rol speelt in de dingen die hij/zij doet.

Gespletenheid is niet iets wat erg gewaardeerd wordt in onze maatschappij: het is zwart óf wit, liefst gelijk aangeduid als goed/fout of wij/zij. Grijs is iets voor de muizen en twijfelaars of draaikonten.
Erkennen van onze menselijke gespletenheid zou daarom al een hele stap zijn. Vanuit deze erkenning kunnen we dan verder nadenken over de consequenties. Dus niet: eigenbelang is slecht, maar vanuit de erkenning van het feit dat eigenbelang blijkbaar een doel dient, kijken hoe dit zo te sturen is dat het het algemeen belang in ieder geval niet schaadt en misschien zelfs wel helpt.

Helaas valt het niet altijd mee om in een zwart/wit tekening kleur aan te brengen.

Dure energie?

Sinds een paar weken ben ik zijdelings betrokken bij berekeningen rondom het energieneutraal maken van te renoveren woningen. Hierbij spelen de kosten en opbrengsten van besparingen, bijvoorbeeld door het aanbrengen van isolatie, als ook manieren om energie te produceren een rol. Nu dacht ik dat het opwekken van energie met behulp van fossiele brandstof zoals gas, goedkoper is dan opwekking d.m.v. zonnepanelen. En volgens mij is dit een algemene aanname aangezien dit ook in overheidspublicaties wordt gemeld. Maar dat is maar ten dele waar als je het geheel doorrekent:

Allereerst het gas. Eén m3 Nederlands gas heeft een calorische waarde van ongeveer 35 MJ (mega Joule). Een kilowattuur (kWh) is 3,6 MJ. Kortom: 1 m3 gas komt energetisch globaal overeen met 10 kWh. Met een consumentengasprijs van 60 eurocent/m3 is dit dus ongeveer 6 cent/kWh.

Dan de zonnepanelen. Als we aannemen dat een set van 12 zonnepanelen van 250 Watt-piek elk, geïnstalleerd en wel ongeveer 5000 euro kosten en een levensduur hebben van 25 jaar, dan leveren deze:
25 jaar * 1000 uur zon * 80% efficiëntie * 12 panelen * 250 Watt = 60 MWh
Hierbij schijnt de zon natuurlijk niet 1000 uren in een jaar voluit, maar is dat een standaard omrekening van alle bewolkte, half-bewolkte en heldere dagen die in een gemiddeld jaar in Nederland voorkomen. De 80% is de efficiëntie van een gemiddeld dak in Nederland vanwege hellingshoek en ligging, zie het plaatje hieronder.

instralingsdiagram

Instralingsrendement – bron: http://www.allesoverzonnepanelen.nl

Dit betekent dus dat een kWh opgewekt via zonnepanelen ongeveer 8 cent investering kost. Volgens het artikel dat Next checkt aanhaalt zijn de kosten voor zonnepanelen 21 cent/kWh. Dat komt waarschijnlijk omdat ze de rente over de investering meenemen: bij 4% rente over 25 jaar komt dit overeen. Als je het geld echter nu op een spaarrekening hebt staan, komt de prijs met een renteverlies van 1.5% eerder in de buurt van 11-12 cent.

Nu is dit plaatje niet compleet: als je uitgaat van het maken van stroom, dan moet het verlies van omzetting van gas naar elektriciteit ook meegenomen worden. Het rendement van deze omzetting in een centrale is volgens wikipedia 60% waardoor de prijs van een kWh opgewekt via gas ongeveer 10 cent wordt. Aan de andere zijde: als je warmte moet maken uit stroom is het rendement weliswaar bijna 100%, maar als deze stroom 12 cent/kWh kost, is dit nog altijd bijna 2x zo hoog als de kosten met een gasketel met een rendement van 85-90% (met 6 cent/kWh gas).

Wat kunnen we als consumenten uit deze berekeningen voor conclusies trekken?

  • Het is, met de huidige prijs voor elektriciteit, rendabel om zonnepanelen aan te schaffen om elektrische energie op te wekken. Zeker als het benodigde geld staat te verstoffen op een spaarrekening tegen anderhalf procent rente. Opgemerkt moet wel worden dat mijn verwachting is dat de prijs van stroom de komende jaren gaat dalen. Reken je dus niet direct rijk.
  • Voor het maken van warmte is elektriciteit geen goede oplossing, zelfs niet als de stoom is opgewekt met zonnepanelen. Hiervoor is het rendement van de omzetting van zonne-energie naar elektriciteit gewoon te laag. Daarnaast moeten mensen die bedenken dat het gebruik van elektriciteit uit zonnepanelen misschien dan wel duurder, maar niet vervuilend is, er ook rekening mee houden dat het produceren van zonnepanelen helemaal niet zo schoon is. Beter is dan om gebruik te maken van zonnecollectoren en zonneboilers aangezien die een hoger rendement hebben bij het omzetten van zonne-energie naar warmte.

Als maatschappij zouden we kunnen concluderen dat het mogelijk is om ons gebruik van fossiele brandstoffen af te bouwen. Immers: de kosten van het opwekken van stroom via zonne-panelen is ongeveer gelijk aan die via opwekking met gas. Dit maakt ons een stuk minder afhankelijk van andere landen en speculanten voor wat betreft de toelevering van deze stoffen. Aan de andere kant zijn er ook aandachtspunten:

  • De zon is niet zo betrouwbaar. Dit betekent dat er buffers nodig zijn. Alleen: de opslag van elektrische energie blijft een probleem. Dit kan opgelost worden door op internationaal niveau de elektriciteitsnetten beter te koppelen, waardoor opslag niet nodig is. Echter, dit brengt ons van de ene afhankelijkheid bij de andere.
  • De initiële investering voor de overstap naar zonne-energie is hoog. Altijd lastig in tijd van bezuinigingen.
  • De ontwikkelingen op het gebied van zonne-energie gaan snel. Rendementen van panelen gaan omhoog, prijzen dalen. Hierdoor zal ongetwijfeld ook nog de elektriciteitsprijs dalen. Dit betekent dat de exacte winst of terugverdientijd van de investering, zeker op de langere termijn waarover we spreken, minder zeker is dan in eerste instantie lijkt.

1984? Nee, 2013

Het schijnt dat na het verschijnen van de publicaties over het afluisterprogramma van de NSA het aantal verkochte exemplaren van George Orwell’s boek “1984”  is toegenomen. Voor degenen die het boek niet kennen: in “1984” beschrijft Orwell een totalitaire wereld waarin mensen constant geobserveerd worden. Dit zodat de machthebbers dissidenten kunnen achterhalen en oppakken. Vandaar waarschijnlijk de link die gelegd wordt met de Snowden publicaties.
Het is een niet zo plezierig boek: ik weet dat mijn opa, die het in de vijftiger jaren van de vorige eeuw heeft gelezen, er niet van kon slapen.

Nineteen eighty-four

Voorkant eerste editie “1984” – bron: wikipedia

Het beeld dat geschetst wordt in “1984” komt gedateerd over in 2013. Dat komt omdat Orwell zijn boek in het Engeland van 1948, dus net na de tweede wereldoorlog schreef. Hij voorzag gebrek omdat hij had gezien dat oorlog armoede opleverde. Hij voorzag verplichte always-on tweeweg televisieschermen, gebruikt voor propaganda en observatie, omdat hij had gezien dat je zo een volk kon beïnvloeden en controleren. En hij dacht dat suppressie en marteling nodig zou zijn om mensen in het gareel te houden. Allemaal logische conclusies gezien de ervaringen van WOII.

Hoe anders is dit in 2013. We weten nu dat oorlog helemaal geen gebrek hoeft op te leveren, althans niet bij degenen die ze initiëren. Kwestie van anderen laten betalen voor de oorlog en zelf de vruchten plukken van de benodigde opbouw. Verplichten van observatie is helemaal niet nodig: als je mensen voldoende angst aanjaagt, willen ze het gewoon zelf; kijk maar naar de camera’s die overal hangen. Hetzelfde geldt voor propaganda: als je het gratis maakt en leuk verpakt, kijken de mensen er graag naar, helemaal als je de verpakking aanpast aan wat je van hen weet. En onderdrukking is helemaal niet nodig: als je ervoor kunt zorgen dat mensen alleen maar met zichzelf bezig zijn, denken ze ook niet verder dan hun volgende vakantie.

Deze kennis van 2013 betekent dat Orwell in zijn boek meer dan gelijk heeft. Want hoewel de nadruk in besprekingen van het boek steeds ligt op autoritaire regimes en hoe zij hun mensen onderdrukken en bespieden, gaat het boek in de kern om iets anders. Namelijk dat het mogelijk is om de overtuigingen van mensen te veranderen en zo nieuwe waarheden te maken. Zodanig zelfs dat de hoofdpersoon 2 + 2 als 5 kan zien en na zijn initiële haat voor het regime en Big Brother, in de laatste zin van het boek constateert dat hij van Big Brother houdt.

In “1984” gaat deze verandering nog gepaard met marteling, in 2013 gaat dit bij de meeste mensen volledig onbewust.

Koningsliedprojecten

Het koningslied is opgeleverd. Na een korte maar hevige test- en introductiefase heeft uiteindelijk de opdrachtgever besloten dat dit het moet zijn, ook al zijn de meningen verdeeld. Gelukkig is het maar een liedje dat waarschijnlijk na 30 april snel kan worden vergeten.

Het koningslied - bron: Youtube

Het koningslied – bron: Youtube

Helaas bestaan er nog veel IT projecten die een ongeveer gelijksoortig verloop hebben en waarvan het product een veel langere gebruiksfase kent. Met dank aan de inhuldiging hebben we er nu een extra naam voor: koningsliedprojecten. Ze verlopen als volgt:

  1. De opdrachtgever selecteert een leverancier. De basis voor de keuze is vaag, maar in ieder geval beperkt door preferred supplier lijsten. Of de leverancier een product kan (en wil) leveren voor deze specifieke situatie, is niet altijd duidelijk.
  2. Er wordt bij de leverancier een projectteam in het leven geroepen. Het team maakt allereerst een inventarisatie van de eisen en wensen. Iedere betrokkene mag zijn input leveren.
  3. Tijdens en na de inventarisatie gaat het projectteam aan de slag met de input. Iedereen in het team heeft zijn stokpaardjes en zet die ook in. Niemand vraagt zich verder af of de stokpaardjes bijdragen aan het doel van het project. Vanwege het incrowd effect worden kritische vragen niet gesteld.
  4. Het product wordt opgeleverd voor test. De hand van de betreffende leverancier en de individuele leden van het team is direct duidelijk. Voor zover de betrokkenen hun wensen al herkennen blijken ze zonder samenhang en met een nogal knullige structuur bij elkaar te zijn gebracht. Het product is in ieder geval niet zo makkelijk in gebruik.
  5. Bepaalde betrokkenen laten hun ergernis duidelijk blijken. Er wordt zelfs gesproken over alternatieven in de vorm van bestaande of oude producten. De emoties lopen hoog op.
  6. De opdrachtgever besluit dat er nu al teveel inspanning is geleverd om nog van koers te veranderen. Het product wordt in gebruik genomen. De gebruikers dienen zich maar te schikken.

Kan het ook anders? Jazeker. Opgemerkt moet wel worden dat het schrijven van een lied in deze context, waar 17 miljoen Nederlanders tevreden mee zijn, hoe dan ook een lastige opgave is. Het zou dan als volgt gegaan kunnen zijn:

  • Tijdens het intake-gesprek van het comité voor de inhuldiging met John Ewbank als beoogd hoofdcomponist, blijkt dat Ewbank al een melodie heeft klaarliggen. Na de muziek te hebben gehoord, geeft het comité aan dat dit inderdaad geschikt zou kunnen zijn als melodielijn en geven hem de opdracht. Wel geeft het comité aan dat ze twijfels hebben bij zijn ideeën aangaande de tekst.
  • Met de kanttekeningen van het comité in het achterhoofd stelt Ewbank zijn team van componisten en tekstschrijvers samen. Bij nader inzicht verandert hij zijn eerste idee van het team omdat hierin een onevenredig aantal rappers hun bijdrage geven. In overleg worden een aantal rappers vervangen door iemand uit de cabaretwereld, een neerlandicus en een schrijver van luisterliedjes.
  • Het team inventariseert wat de mensen in het land als kern in het lied willen zeggen, gegeven het motto van het comité. Dit doen ze door bijeenkomsten te organiseren in het land en input te vragen via andere kanalen.
  • Via generatieve samenwerking maakt het team een eerste versie van het lied met maar een paar coupletten. Het geheel blijkt een verrassend nieuw soort muziekgenre te zijn. Later zal John Ewbank op de vraag van Matthijs van Nieuwkerk wie de muziek heeft bedacht, antwoorden dat “die spontaan ontstond tijdens het groepsproces”.
  • De eerste versie wordt als concept-voorstel eind maart voorgelegd aan critici en buitenstaanders waaronder de koren die het lied gaan zingen op 30 april. Kritiek wordt direct verwerkt tot een nieuwe versie waarna iedere Nederlander wordt uitgenodigd zijn commentaar en verdere ideeën te leveren. Hierbij staan steeds het motto en de kernboodschap van het lied, zoals inmiddels duidelijk gecommuniceerd, centraal. In de week daarna ontstaat een levendige interactie waarbij het lied door het team wordt aangepast en uitgebreid zodat langzamerhand een eenduidig samenhangend geheel ontstaat. De filmpjes op Youtube waar mensen versies van het lied zingen en spelen, becommentariëren, bekritiseren en belachelijk maken zijn een grote hit binnen en buiten het team.
  • Half april wordt de definitieve muziek en tekst vastgesteld, uitgevoerd en opgenomen. Uiteraard is niet iedereen helemaal tevreden, maar men is het er over eens dat, gegeven de tijd, dit het maximaal haalbare is.

Ofwel:

  1. Focus op de kerndoelen en criteria.
  2. Verschillen in inzicht zijn noodzakelijk.
  3. Oplossingen en ideeën ontstaan vanzelf waar ego’s plaatsmaken voor generatieve samenwerking.
  4. Lever het product in kleine stappen op.
  5. Iets uitproberen of opnieuw doen, is geen falen.
  6. Organiseer kritiek expliciet en zie alle kritiek als punten ter verbetering.
  7. Mensen zijn bereid naar je te luisteren als jij eerst naar hen luistert.
  8. Goed genoeg is het nieuwe perfect.

Incompetent

Ik kijk al een tijdje geen consumentenprogramma’s meer. In de Radars en Kassa!s op onze TV wordt steevast verontwaardigd gedaan over een product of dienst waarbij consumenten, natuurlijk totaal onverwacht, worden benadeeld door de leverancier. Foei leverancier! Uiteindelijk komt de leverancier sorry zeggen en beterschap beloven. Alternatief is dat ze niet willen reageren of niet bereikbaar waren, wat in termen van de programma’s precies hetzelfde is als schuld bekennen.

De leverancier als boosdoener en de consument als slachtoffer.

Heel vaak heeft de consument in de voorkomende situaties echter een berg boter op het hoofd. Zij laten zich verleiden door mooie aanbiedingen en beloftes van leveranciers en vergeten even dat als iets te mooi lijkt om waar te zijn, dat dan waarschijnlijk ook zo is. De uiteindelijke teleurstelling vertaalt zich dan in boosheid die vrijelijk wordt geuit en bevestigd op TV.

Glasvezel

De meterkast met glasvezel – foto: vughtopglasvezel.nl

Het was dan ook toeval dat ik de Kassa! uitzending zag met als onderwerp de glasvezelperikelen van Vodafone en KPN. Die perikelen zijn ons welbekend als pas aangesloten kernen op het glasvezelnetwerk van Reggefiber. Zo heeft de buurman problemen gehad met wifi- en TV-ontvangst bij KPN, een goede kennis half werkende routers van Vodafone, en familie een half afgeleverde installatie in huis. Opvallend is wel dat al deze installaties in eerste instantie zijn opgeleverd door een monteur van de leverancier, maar uiteindelijk werkend gemaakt moesten worden door een kennis of familielid. Dit na urenlang vergeefs contact met de verschillende helpdesks, monteurs aan huis of vervangende apparatuur.

Ik werd daarom een beetje triest toen in de uitzending uiteindelijk een KPN directeur een bos bloemen ging bezorgen bij een gedupeerde consument. Sommige leveranciers zijn erger dan boosaardig: ze zijn incompetent.

Te moeilijk

Volgens minister Dijsselbloem is een eenmalige heffing op spaartegoeden geen aantasting van het depositogarantiestelsel. Hij heeft gelijk natuurlijk. In zijn beleving is dat namelijk net zoiets als suggereren dat belasting heffen een aantasting is van het zorgstelsel. Heeft niet zoveel met elkaar te maken.
Toch wordt die vraag gesteld en niet door een horecamedewerker uit Cyprus, maar door parlementariërs in zowel het Europese als het Nederlandse parlement.

Minister Dijsselbloem

Minister Dijsselbloem – foto: Wikipedia/Rijksoverheid.nl

Het depositogarantiestelsel zal dan ook helemaal geen rol hebben gespeeld in het overleg van de eurogroep vóór het hele gedoe rondom Cyprus deze week. Iedereen was het er daar waarschijnlijk wel over eens dat een eenmalige heffing op spaargeld de oplossing zou zijn met de minste verliezen voor alle betrokkenen, inclusief de spaarders zelf. De discussie ging daarom in die vergadering waarschijnlijk alleen maar over de invulling: hoe vindt de verdeling van de heffing precies plaats? Welke percentages? En hoe zorgen we ervoor dat de slimmeriken de belasting niet ontduiken?

De verontwaardiging die opstak na het bekend worden van de oplossing zal dan ook de ministers van de eurogroep hebben verbaasd. En dat het Cypriotische parlement vervolgens het voorstel zou afwijzen, zal in de eerdere vergadering onvoorstelbaar zijn geweest. Vandaar ook de ergernis van de ECB, die vóór maandag een oplossing wil.

De verklaring: te moeilijk.

Wij zien onszelf graag als het slimste soort op deze planeet en deskundigen op allerlei gebieden vinden we van dit soort nog het slimste. De praktijk is echter dat we zo dom zijn dat het zelfs voor de slimsten onder ons onmogelijk is om alles te bevatten. Om dat te ondervangen maken we – natuurlijk slimme – aannames over de werkelijkheid, nemen die voor de nieuwe werkelijkheid aan en gaan er voor het gemak vanuit dat anderen precies dezelfde aannames volgen. En in beperkte kring is dat waarschijnlijk ook zo.
Na kortere of langere tijd blijkt echter dat anderen andere aannames volgen en dat gebeurtenissen en acties aan de hand van die aannames ook heel anders kunnen worden uitgelegd.

Frappant is dan wel de standaardreactie van de deskundigen: dat er “niet goed gecommuniceerd is” of dat “het geheel nog eens goed moet worden uitgelegd”. Dit alsof deskundigen en beleidsmakers per definitie de enige juiste aannames doen, terwijl toch inmiddels wel duidelijk is dat veel zaken op deze wereld zich eerder chaotisch lijken te gedragen dan volgens één of ander universele wet.
Het is voor deskundigen blijkbaar te moeilijk om uit hun toren af te dalen en zich te verplaatsen in andere mensen. Dit terwijl juist dát hen zoveel slimmer zou kunnen maken.

Over leiders, managers en bestuurders

De post over het leiderschap van Mark en Diederik roept de vraag op wat onze politieke leiders dan wel zijn, als ze geen leiders zijn. Hier een poging de verwarring in naamgeving te doorbreken.

De Spreadsheet Leider a.k.a. de Manager
De Manager houdt van cijfers, want die geven tenslotte het bewijs van hoe goed het gaat. Hoewel…, goed? De Manager kijkt voornamelijk naar wat niet goed gaat en hoe dit kan worden verbeterd. Deze verbetering zit uiteraard in nieuwe procedures en regels die dan ook strikt gevolgd moeten worden. Eigen invulling leidt namelijk alleen maar tot afwijkingen in de verwachte output en daar houdt een Manager niet zo van. Managers kijken vooral naar activiteiten en hun volgorde. Dat er mensen zijn die ze moeten uitvoeren, is bijzaak.

Managers komen het beste tot hun recht op plaatsen waar productie gedraaid moet worden. Ook zijn ze bij uitstek geschikt om de procedures in te richten die je soms nu eenmaal nodig hebt. Je vindt ze echter ook vaak in de top van grote ondernemingen, heerlijk voor de winstmaximalisatie van de aandeelhouders.

De Ons-kent-ons Leider a.k.a. de Bestuurder
Bestuurders zijn vaak op pad en ook als ze wel binnen hun organisatie aanwezig zijn, zie je ze als gewone sterveling zelden en spreek je ze nooit. Bestuurders mengen namelijk niet zo goed met andere groepen. Ze begeven zich in hun eigen kring, hooguit ondersteund door (adviseurs van) vriendjes, om hun Plannen te maken. Plannen die dan aan de rest van de organisatie worden gepresenteerd zodat anderen ze verder kunnen uitwerken. Dit zodat zij weer nieuwe Plannen kunnen maken.

Bestuurders zijn heel geschikt op het moment dat je een opdracht wilt krijgen van een door Bestuurders gedomineerde andere organisatie. Ze weten namelijk precies hoe ze elkaar het beste kunnen bewerken, elkaars ego kunnen strelen of elkaar de bal kunnen toespelen. Als het dan onverhoopt misloopt is het per definitie de schuld van de rest van de organisatie, anderen, het weer, etc. Een Bestuurder treft nooit blaam.

Fyra - Bestuurderstrein

Fyra: Bestuurderstrein – foto: thepostonline.nl

Managers en Bestuurders kunnen prima naast elkaar werken, ze bedreigen immers elkaars bestaan niet. Anders is het als er een visionaire leider opstaat. Visonaire leiders hebben een duidelijk beeld van hoe het zou kunnen zijn en kunnen dit ideaalbeeld vanuit hun gevoel ook goed uitdragen naar juist diegenen waarvoor de Managers en Bestuurders niet zo’n oog hebben. Het beeld betreft over het algemeen een verandering in het grotere verband en daar zit hem ook gelijk het probleem. Dit grotere verband gaat ook over de positie van de leidinggevende Managers en Bestuurders en die geven ze zomaar niet op.

Alleen de sterksten kunnen dan de verleidingen van de Bestuurders en de cijferberg van de Managers weerstaan. Zij eindigen als outcast óf als voorbeeld.

Ecologiecheck

Zoals wel vaker, gebeurden er van de week een aantal dingen die in eerste instantie niets met elkaar te maken leken te hebben:
Het eerste was het gesprek dat ik had met een consultant van een groot IT bedrijf. Hij ging met een stuk minder energie naar zijn werk nadat hij een paar keer had gemerkt dat de leiding van zijn bedrijf de maximalisatie van de bedrijfswinst boven het belang van de klanten stelde.
Het tweede was de uitzending van Tegenlicht over bankiers in de City van Londen. In deze must-see aflevering wordt met verschillende visies gekeken naar het gedrag van de mensen in het hart van de financiële wereld. De gevolgen van dit gedrag kennen we inmiddels wel.
Het derde was de ophef rondom de mogelijkheid tot salarisverlaging bij Capgemini. Ik ken het bedrijf verder niet, maar weet wel dat zij een paar jaar geleden lucratieve contracten hebben overgenomen van andere partijen, met de mensen erbij.

De overeenkomst tussen deze verhalen is het ontbreken van een reflectie op de neveneffecten in groter verband of op de langere termijn. Zoals Else, die besluit een andere wending aan haar leven te geven, zich niet heeft gerealiseerd dat ze hierdoor haar man en kinderen van zich vervreemdt en daardoor alsnog diep ongelukkig en alleen achterblijft.
Een docent van mij noemde dat ooit eens de ‘wet van behoud van ellende’. Ik geloof niet dat deze wet echt bewezen is, maar ga er wel van uit dat het de moeite waard is hem per situatie te controleren. Zo’n controle heet in NLP terminologie ‘ecologiecheck’.

Ecologiecheck: langere termijn, groter geheel

Ecologiecheck: langere termijn, groter geheel

Een ecologiecheck bij het bedrijf van mijn consultant zou tot de conclusie kunnen leiden dat je als IT dienstverlener zonder tevreden klanten (en medewerkers) uiteindelijk ook geen winst kunt maken. In de City zouden mensen kunnen concluderen dat de rat-race ongezond is voor henzelf en anderen. Tenslotte zou het management van Capgemini zich hebben kunnen realiseren dat contracten eerder aflopen dan het dienstverband van medewerkers. Let op het ‘zou’/’zouden’ in de zinnen hierboven: de resultaten van ecologiechecks zijn afhankelijk van wat iemand onder ‘langere termijn’ en ‘groter verband’ verstaat. Else zou dus net zo goed wel gelukkig kunnen worden door de neveneffecten van de wending in haar leven. Wel is het m.i. de taak van de begeleider van een verandering de langere termijn en het grotere verband tijdens de ecologiecheck net iets ruimer te definiëren dan wat de klant voldoende vindt.

Ecologiechecks worden daarom op korte termijn ook niet altijd gewaardeerd. Als een team tijdens een traject van verandering in een lekkere flow zit waardoor iedereen doelgericht bezig is, het positieve van de verandering de aandacht heeft en de focus beperkt is, wordt de ecologievraag “Wat is er mis mee?” soms als moeilijk doen of dwarsliggen gelabeld. Dat is logisch want het vraagt mensen het comfort van de flow te doorbreken, afstand te nemen en te reflecteren op wat nog niet goed is. Het vergt dus soms wat communicatieve souplesse om de ecologiecheck echt aan de orde te krijgen.

Toch is het zeker de moeite waard de check te doen: het resultaat kan een kleine aanpassing zijn die voor meer partijen en ook op langere termijn een win-situatie oplevert.
Else heeft haar wending een iets andere vorm gegeven en is nu gelukkig mét man en kinderen.

Een ecologisch 2013!